HomeBijbelstudieGrote Verzoendag in Leviticus 16

Grote Verzoendag in Leviticus 16

Grote Verzoendag, de meest plechtige dag in het Israelitisch godsdienstig jaar. Oordeelsdag, de dag waarop bepaald werd wie bij de HERE hoorde en wie niet meer. Deze dag wordt in Daniel gesymboliseerd als de dag waarop de vierschaar zich op tronen nederzet en de boeken worden geopend (zie Daniel 7:10). De dag voltrok zich als volgt.

De voorbereidingen

De hoofdrol werd vervuld door de hogepriester.
3 Slechts op deze wijze zal Aäron het heiligdom binnengaan: met een jonge stier ten zondoffer en een ram ten brandoffer. 4 Het heilige linnen onderkleed zal hij aantrekken en een linnen broek zal over zijn vlees zijn en met een linnen gordel zal hij zich omgorden en een linnen tulband zal hij zich ombinden; dit zijn heilige klederen, die hij zal aantrekken, nadat hij zijn lichaam in water gebaad heeft.

Deze kleren doet Aaron pas aan IN het heiligdom. Ze komen het heiligdom niet uit. Dit betekent dat Aaron eerst in zijn gewone priesterkleren de zondoffers voor zichzelf en het volk brengt bij het brandofferaltaar.

5 En van de vergadering der Israëlieten zal hij twee geitenbokken ten zondoffer en één ram ten brandoffer nemen. 7 Hij zal de twee bokken nemen en ze voor het aangezicht des HEREN stellen bij de ingang van de tent der samenkomst, 8 en Aäron zal over de beide bokken het lot werpen; één lot voor de HERE, en één lot voor Azazel. 9 Dan zal Aäron de bok waarop het lot voor de HERE gevallen is, brengen en hem ten zondoffer bereiden. 10 Maar de bok waarop het lot voor Azazel gevallen is, zal men levend voor het aangezicht des HEREN stellen, om daarmee verzoening te doen, door hem voor Azazel de woestijn in te zenden.

De smetteloze dieren die geofferd zouden worden, een stier, twee rammen en twee geitenbokken, werden op de Dag der Bazuinen, op de eerste van de zevende maand, al apart gezet en in de voorhof verzorgd. Op die dag, begon een verootmoedigingsperiode, waarin iedereen zichzelf onderzocht, het in orde maakte met God, zich voorbereidde om zijn God te ontmoeten. De Grote Verzoendag zelf was een vastendag voor mens en dier, van zonsondergang op de negende tot zonsondegang op de tiende – de enige door God ingestelde vastendag in Israel. Over de twee geitenbokken is het lot geworpen: een zal dienen als zondoffer voor het volk en een zal dienen als symbool voor de eeuwige verwijdering van de zonde van voor Gods aangezicht – het zondebok voor Azazel. De Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus beschrijft dat de hogepriester en de dienstdoende priesters deze 10 dagen het heiligdom niet uit kwamen. Om zich geestelijk voor te bereiden op de plechtige dag.

De dag vangt aan

Zoals iedere dag, begint Grote Verzoendag met een morgenoffer bij ochtendschemering en het ochtendgebed: een jong, eenjarig schaap als brandoffer, samen met een tiende efa fijn meel tot een spijsoffer, aangemaakt met een vierde hin gestoten olie. En het bijbehorend plengoffer van een vierde hin wijn (zie Numeri 28:3-7 en vergelijk met Exodus 29:40) (in de NBG51 staat in Numeri bedwelmende drank, maar dit kan niet anders dan een vertaalfout zijn en zeker geen alcoholische drank, want aan geen enkel offer mocht iets gezuurds worden toegevoegd, Exodus 23:18; 34:25; Leviticus 2:11). Bij alle offers moest evenwel zout worden toegevoegd (Leviticus 2:13). Onderdeel van het ochtendgebed is ook de dienst bij het reukofferaltaar dat vóór het aangezicht des Heren stond in het Heilige. Elke morgen en elke avond liet de hogepriester op dit altaar vers wierook in rook opgaan als symbool van “voortdurende voorbede.” Het is een beeld van de gebeden van Gods volk, die voortdurend naar Hem opstijgen en de Hogepriester die voortdurend voor ons pleit. Op dat zelfde moment maakt hij ook de lampen van de zesarmige kandelaar in orde, doet er verse zuivere olijfolie in (Exodus 30:7,8), opdat hun licht helder schijnt.

Eigen reiniging

6 Dan zal Aäron de stier van zijn eigen zondoffer brengen en verzoening doen voor zich en zijn huis. 11 Dan zal Aäron de stier van zijn eigen zondoffer brengen en verzoening doen voor zich en zijn huis; hij zal de stier van zijn eigen zondoffer slachten….

De hogepriester loopt naar de voorhof en zal zijn zonden en die van zijn gezin op de kop van de stier belijden, het de halsslagaders doorsnijden en het bloed opvangen. Het bloed van de stier zal hij naar binnen dragen en zoals voorgeschreven zevenmaal sprenkelen voor het voorhangsel en smeren aan de horens van het gouden reukofferaltaar (Ex 30:10), waarop wierook staat te branden en de rook daarvan opstijgt over het voorhangsel heen in het Heilige der Heilige. Het overige bloed zal hij uitgieten aan de voet van het brandofferaltaar. Hij zal de stier ontleden, het vet op de heupen en de organen afschrapen en dat samen met de nieren en de milt in rook doen opgaan. De rest van de stier wordt buiten het kamp gedragen en op de asvaalt verbrandt (zie Leviticus 4:3-12; Exodus 29:14).

Reiniging van het volk

15 Dan zal hij [de hogepriester] de bok van het zondoffer, voor het volk bestemd, slachten ….
… 25 En het vet van het zondoffer zal hij op het altaar in rook doen opgaan.

Daarna zal de Hogepriester zich met water baden, het heiligdom betreden en daar de heilige klederen over zijn naakte lichaam aandoen. Er is niemand anders in het heiligdom aanwezig dan hij (zie vers 17).

En het volk zit in hun kamp en verootmoedigt zich, vast en bidt. De dieren worden alleen maar losgemaakt om water te drinken. De overige priesters en Levieten zijn in de voorhof en bidden en vasten ….

Nog meer gebeden

12 En hij zal een pan vol gloeiende kolen van het altaar voor het aangezicht des HEREN nemen en zijn handen vullen met fijngestoten welriekend reukwerk en dat alles brengen binnen het voorhangsel. 13 Dan zal hij het reukwerk op het vuur leggen voor het aangezicht des HEREN, zodat de wolk van het reukwerk het verzoendeksel dat op de getuigenis ligt, bedekt, opdat hij niet sterve.

De handvol brandende kolen en reukwerk zal hij in een gouden wierookvat doen en dat naar binnen in het Heilige der Heilige brengen en het wierookvat leggen op het verzoendeksel tussen de twee engelen, zodat de rook het Heilige der Heilige vult met rook (vergelijk Openbaring 15:8).

Daarna gaat hij weer het Heilige in om het bloed van de stier van zijn eigen zondoffer en het zondoffer van het volk te halen.

Eigen verzoening

14 Dan zal hij een deel van het bloed van de stier nemen en dat met zijn vinger sprenkelen op het verzoendeksel, aan de voorzijde; en vóór het verzoendeksel zal hij zevenmaal dat bloed met zijn vinger sprenkelen.

Verzoening van het volk

15 ….. en zijn bloed [van het zondebok voor het volk] naar binnen, achter het voorhangsel brengen, en met dat bloed doen, zoals hij met het bloed van de stier gedaan heeft: hij zal het op het verzoendeksel en vóór het verzoendeksel sprenkelen.

Verzoening van het heiligdom
16 Zo zal hij verzoening doen over het heiligdom om de onreinheden der Israëlieten en om hun overtredingen in al hun zonden; aldus zal hij doen met de tent der samenkomst, die bij hen verblijf houdt te midden van hun onreinheden. 17 Geen mens zal in de tent der samenkomst zijn, wanneer hij daar binnengaat om in het heiligdom verzoening te doen, totdat hij naar buiten komt en verzoening gedaan heeft voor zichzelf, voor zijn huis en voor de gehele gemeente Israëls. 18 Dan zal hij naar buiten gaan naar het altaar, dat voor het aangezicht des HEREN staat, en daarover verzoening doen; hij zal van het bloed van de stier en van het bloed van de bok nemen en dat rondom aan de horens van het altaar strijken. 19 Dan zal hij daarop met zijn vinger zevenmaal van het bloed sprenkelen en het reinigen en heiligen van de onreinheden der Israëlieten.

Daarna treedt hij weer naar buiten om nu het Heilige te reinigen en het reukofferaltaar vóór het aangezicht des Heren, waarop gedurende het jaar het bloed van de zondoffers was gesmeerd.

De heilige kleren blijven in het heiligdom
23 Daarna zal Aäron naar de tent der samenkomst komen en de linnen klederen uittrekken, die hij aangetrokken had, toen hij het heiligdom binnenging, en zal ze daar laten liggen. 24 Hij zal zijn lichaam in water baden op een heilige plaats en zijn gewone [priester] klederen aantrekken;

… uiteraard haalt hij eerst weer het gouden wierookvat op uit het Heilige der Heilige voordat hij zijn heilige kleren uitdoet …

Oordeel
20 Wanneer hij de verzoening van het heiligdom en van de tent der samenkomst en van het altaar voleindigd heeft, dan zal hij de levende bok brengen, 21 en Aäron zal zijn beide handen op de kop van de levende bok leggen en over hem al de ongerechtigheden der Israëlieten en al hun overtredingen in al hun zonden, belijden; hij zal die op de kop van de bok leggen..

Verwijdering van de zonde
… en die door iemand, die daarvoor gereed staat, naar de woestijn laten brengen. 22 Zo zal de bok al hun ongerechtigheden op zich dragen naar een onvruchtbaar land, en hij zal die bok in de woestijn vrijlaten. 26 Hij nu, die de bok voor Azazel weggebracht heeft, zal zijn klederen wassen, zijn lichaam in water baden en daarna in de legerplaats komen.

Deze bok staat symbool voor Satan, die uiteindelijk de ongerechtigheid van het volk zal wegdragen naar een onvruchtbaar land en gedurende 1000 jaar zal hij levend “gebonden” zijn in een woestenij van een omgekeerde en verwoeste aarde. Deze bok wordt tijdens de ceremonie niet geslacht, want het is niet ter verzoening. Verzoening voor het volk geschiedde door het andere geitenbok; verzoening voor de aardse hogepriester geschiedde door de stier. Die beide staan symbool voor Christus. De bok voor Azazel staat echter niet symbool voor zondevergeving. En hij wordt pas na de 1000 jaar vernietigd. Daarom kon in de joodse ceremonie deze bok niet geslacht worden, want het doelt op een tijd NA de aardse bedeling, en omdat het God zelf zal zijn die het vonnis zal voltrekken over de aanstichter van de zonde, aan het einde van de 1000 jaar. Voordat Hij een nieuwe hemel en aarde maakt, waar voor eeuwig gerechtigheid woont.

Sommige mensen lezen de verwarringen van de club van voormalige Adventisten zoals Desmond Ford op Internet en zeggen dat Zevende-dags Adventisten Satanaanbidders zijn, omdat wij zouden verklaren dat Satan onze zonden draagt. Dit komt door een onbegrip over de symboliek van Grote Verzoendag. De bok van Azazel komt aan het einde van het joods godsdienstig jaar – op Grote Verzoendag, vóór het Loofhuttenfeest dat symbool staat voor de tijdelijke woningen in de hemel, voordat de rechtvaardigen de Nieuwe Aarde beërven.
De bok voor vergeving van zonden, het zondenlam, of schaap, of stier, of duiven en tortelduiven, of 1/10 efa fijn meel, en de bok van het zondoffer voor het volk, staan symbool voor Christus, die de zonden van de wereld wegneemt. En deze ceremonie werd uitgevoerd aan het begin van het joods godsdienstig jaar, met Pascha. Deze dieren werden allemaal geslacht, nadat er zonden op hun hoofd beleden was. Zoals Christus is geslacht, nadat Hij al onze zonden op zich genomen heeft.

De laatste handelingen
27 En de stier van het zondoffer en de bok van het zondoffer, waarvan het bloed gebracht werd om verzoening te doen in het heiligdom, zal men buiten de legerplaats brengen en hun huid, hun vlees en hun mest met vuur verbranden. 28 Wie dat verbrandt, zal zijn klederen wassen, zijn lichaam in water baden en daarna in de legerplaats komen.

Een offer van dankbaarheid
24 Hij zal zijn lichaam in water baden op een heilige plaats en zijn gewone klederen aantrekken; dan naar buiten gaan en zijn brandoffer en het brandoffer van het volk bereiden en verzoening doen voor zich en voor het volk.

Als de ceremonie afgelopen is, zal de hogepriester nog een laatste handeling doen. Hij zal het ram van zijn brandoffer en de andere als brandoffer van het volk nemen, zijn zonden en die van het volk op de koppen belijden en de halsslagaders doorsnijden en het bloed opvangen en het sprenkelen rondom het brandofferaltaar. De twee rammen zal hij in stukken ontleden. De ingewanden en de onderschenkels [onderpoten] zal hij in water wassen en op de koppen en de stukken leggen. Dan zullen ze als een vuuroffer en dankoffer op het altaar tot as worden verbrand (Lev 1:10-13).

Tot slot
29 Dit zal u tot een altoosdurende inzetting zijn: in de zevende maand op de tiende der maand zult gij u verootmoedigen en generlei werk doen, zomin de geboren Israëliet als de vreemdeling, die in uw midden vertoeft.30 Want op deze dag zal over u verzoening gedaan worden, om u te reinigen; van al uw zonden zult gij gereinigd worden voor het aangezicht des HEREN. 31 Het zal u een volkomen sabbat zijn en gij zult u verootmoedigen, het is een altoosdurende inzetting. 32 En de verzoening zal de priester doen, die men gezalfd heeft en die men gewijd heeft*, om in zijns vaders plaats het priesterambt te bekleden; hij zal de linnen klederen, de heilige klederen, aantrekken; 33 het heilige der heiligen zal hij verzoenen, ook de tent der samenkomst en het altaar zal hij verzoenen, en over de priesters en het ganse volk der gemeente verzoening doen. 34 En dit zal u een altoosdurende inzetting zijn, ten einde verzoening te doen over de Israëlieten om al hun zonden, eenmaal in het jaar. En hij deed, zoals de HERE Mozes bevolen had.

*Letterlijk: die men de handen gevuld heeft (HSV), in wiens handen de last van het hogepriesterschap gelegd is. Deze was altijd een directe afstammeling en zoon van Aaron.

De dag wordt als normaal afgesloten met een avondoffer, bij het invallen van de avond, met hetzelfde ritueel als bij het morgenoffer.


0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er
guest

0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
0
Zou graag je gedachten willen weten, laat een reactie achter.x