Je winkelwagen is momenteel leeg!
Het laatste gebod
Elke christen weet het: de tien geboden zijn Gods standaard voor het leven. Ze zijn de uitdrukking van Zijn karakter in tien perfecte, to-the-point verklaringen van liefde.
Maar wat als we voor het eerst in aanraking komen met de èchte oorsprong van regels, die wij in kerk en maatschappij logisch en aanvaardbaar vinden?
Wij bladeren nonchalant door een boek dat eens de standaard van de wereld was, dat model is geweest voor elk rechtvaardig rechtssysteem, eens een verboden boek, maar daarna al gauw de bestseller-aller-tijden. En toch zijn nog maar weinigen echt geïnteresseerd in wat erin staat. Wij moeten bekennen, wij eerst ook niet.
We pakken het boek, beginnen zoals gebruikelijk is vooraan en komen tot de conclusie dat deze standaard al bestond in “de voortijd”. Toen Adam en Eva stalen van Gods boom, was het deze wet die hen veroordeelde; toen ze logen en elkaar de schuld gaven, was het deze wet die hen aanklaagde. Toen ze zagen dat het er verleidelijk uitzag, begeerden wat niet van hen was en hun hand uitstrekten en het pakten, wisten ze op het moment dat ze de hap doorslikten, dat het hen niets goed had gebracht.
Toen God Kaïn aansprak over de moord op zijn broer, was het op grond van deze standaard.
In de tijd van Noach, was het breken van de standaard van goed en het voortdurend bedenken en doen van slecht de reden waarom God er genoeg van had.
Dat was ook de reden voor het omkeren van Sodom en Gomorra, de steden in de vlakte.
Het was de reden waarom Farao van Egypte èn koning Abimelek van Gerar Abraham met geweld hun land uitzetten, omdat zij zich door de leugen van Abraham, dat Sarah zijn zuster was, bijna hadden vergrepen aan een getrouwde vrouw.
Het was de reden waarom Jozef weigerde een affaire te beginnen met Potifars vrouw.
Aldus is gedurende al de eeuwen vóór de Sinaï, dit de standaard voor Gods kinderen geweest.
En dan, op de Sinaï kondigt God ze af aan een nieuwgeboren natie, die had verklaard Hem te zullen volgen waar Hij hen ook naartoe zou leiden. Daarna schrijft Hij ze zelf op steen, in een onuitwisbaar handschrift. En gedurende de volgende 1500 jaar zijn zij de maatstaf voor elke reprimande en elke lofprijzing.
We bladeren door Exodus 20-24 en begrijpen dat de standaard het verschil leert tussen wat de Bijbel noemt goed en slecht en de gelovige en de goddeloze. En dat er een prijs te betalen is voor het doen van slecht, een prijs te behalen is voor het doen van goed en dat God zelf het oordeel velt.
We beseffen uit Job en Prediker dat er een Satan bestaat, die het op Gods kinderen heeft gemunt. Maar hebben niet meteen antwoord op de vraag waarom God toestaat dat “goede” mensen vaak meer lijden dan slechte? Dat is zo onrechtvaardig…
Maar we begrijpen uit Ezechiel 33 dat hoe we met het leven omgaan, een persoonlijke keuze is, omdat God plechtig verklaart dat Hij geen behagen heeft in de dood van slechte mensen, maar dat Hij liever heeft dat zij zich van hun slechte daden bekeren en leven. De uiteindelijke dood van slechte mensen, is het gevolg van hun keus. De Psalmist laat weten dat hun einde vreselijk is.
En nu begrijpen we het verhaal van de zondvloed beter: God heeft Noach gevraagd 120 jaar lang een oproep van bekering te prediken aan een door en door ontaarde generatie. God was bereid alles te vergeven, als ze Hem maar zouden erkennen als degene die de standaard voor hun leven stelde – het mocht niet baten…
Toen was de tijd vervuld dat God de prijs zou betalen die wij geen van allen kunnen voldoen. Jezus, Gods Zoon, kwam en leefde een leven van volledige onderwerping en barmhartigheid, waarin Hij zich nauwgezet aan Gods standaard hield. Daarin is Hij een perfect voorbeeld voor de mens geweest. We kunnen immers niet blijven beweren dat Hij maar een zonderlinge gek en leugenaar was.
Van deze standaard heeft Hij verklaard dat er zelfs geen punt of komma van zou vervallen, voordat alles wat er nog moest gebeuren, zou zijn geschied. Alles, dat betekent, tot na Zijn wederkomst en na de 1000 jaar stilte op aarde, wanneer God, net als in den beginne, een nieuw universum zal scheppen, waarin alle verschrikkingen tot een vergeten verleden zouden behoren.
We begrijpen waarom Jezus moest sterven: er moest een prijs betaald worden voor de vrijspraak van overtreders van Gods standaard, en God was bereid de boete zelf op tafel te leggen. Uit liefde. En dat Hij ons oproept wederliefde te betonen door persoonlijk te besluiten dat wij Zijn standaard willen respecteren en verklaren dat wij daar Zijn kracht voor nodig hebben.
We lezen ergens midden in: Wie Mij liefheeft, onderhoudt Mijn geboden, want die zijn niet zwaar. “Welke geboden?”, vroeg een jongeman aan Jezus. Erkennen dat de God, die schepper en bevrijder is, de enige God is, geen andere (af)goden dienen en aanbidden, Gods naam niet ontheiligen, Zijn gedenkteken van de schepping eerbiedigen, ouders respecteren, niet moorden, echtbreken, stelen, liegen of begeren. Is dat alles? Ja, als je het maar uit barmhartigheid en liefde doet. Aan vanuit koude harten ze een voor een afvinken heeft niemand iets.
We zijn nu 3500 jaar verder dan de Sinaï en ruim 2000 jaar verder dan de Hemelvaart van Jezus. We zien om ons heen dat bijna niemand meer moeite heeft met het breken van de tien geboden, bijna niemand meer koude rillingen krijgt als er in hun nabijheid met Gods naam wordt gevloekt en liefde is verworden tot inhoudloze seks.
We begrijpen dat wat de Bijbel liefde noemt, totaal verschilt van wat we op TV of in de bioscoop zien. De liefde van de Bijbel is een offer die je als mens brengt aan God en aan je medemens. Het kost je tijd, geld, iets van jezelf, maar je geeft het, omdat je de menselijkheid van de ander erkent en respecteert dat hij ook recht heeft op wat je voor jezelf begeert. De liefde, die God bedoelt, is een besef en een erkenning, het is onbaatzuchtig en stelt de mens in staat wat hij heeft, te delen met anderen die minder hebben. Het is, geven in blijdschap zonder meer terug te verlangen dan een beetje dankbaarheid. Vanuit die instelling zijn de geboden inderdaad niet zwaar.
We bladeren door en komen in het laatste hoofdstuk van het boek. Vreemde beelden en beangstigende oordeelsaankondigingen. En dan struikel je over een zin als: “Hier blijkt de volharding der heiligen, die de geboden Gods en het geloof in Jezus bewaren.” Je leest even terug en ontdekt dat een engel in het midden van de hemel vliegt, die het laatste oordeel aankondigt en de hele wereld oproept om alleen die God te aanbidden, die hemel en aarde, de zee en waterbronnen gemaakt heeft.
Héé, die zijn we eerder tegengekomen. In Exodus 20. Het vierde gebod vraagt om het eren van een gedenkteken van de enige God die eer en aanbidding toekomt.
Dat deze oproep aan het eind staat, en door een hemelse heraut gegeven wordt, betekent kennelijk dat het God heel hoog zit.
We zijn even stil om na te denken waarom. Waarom wordt vlak voor het einde van dit aardse bestel, deze oproep gegeven?
We komen tot de conclusie dat God veel kinderen in de wereld heeft, die dit vierde gebod overtreden. Velen, zonder dat ze het doorhebben. Juist het gebod dat de ware God aanwijst – de Schepper van hemel en aarde en zee en waterbronnen – wordt massaal overtreden door belijdende christenen (van niet-christenen verwachten we niet anders). Dat gebod bevat dus het teken van ware aanbidding en dat teken is tijd – een dag.
De hemelse afgezand probeert de aandacht van Gods kinderen te vestigen op deze schijnbaar betekenisloze overtreding. Over de andere negen bestaat er immers geen discussie, dat die onderdeel zijn van de standaard voor het oordeel.
En dan lezen we, waarom dit zo belangrijk is. Nog twee hemelse gezanten doen twee indringende oproepen. Ze waarschuwen voor een wereldse machthebber en misleidende godsdienstige macht, die de aanbidding van mensen eist. Die wereldmacht dringt Gods kinderen en de hele wereld een valse leer op en stelt een ander teken voor, waar de mensen voor moeten kiezen en naar moeten handelen. Ook dat teken is tijd – een dag. Die machthebber wil door zijn eis de aanbidding ontvangen die de God des hemels toekomt.
We begrijpen dat er een groep is die het daar niet mee eens is – de heiligen. Die blijven volharden en bewaren de geboden Gods en het geloof in Jezus onder zware tegenstand. Velen betalen de uiterste prijs, maar allen ontvangen de plechtige belofte, dat hun trouw staat opgetekend en dat God hen zal gedenken als Hij zijn oordeel velt.
Gedurende de eeuwen is er altijd strijd gevoerd over Gods standaard – Zijn tien geboden. Het laatste gebod waarover strijd gevoerd zal worden, is echter niet het tiende, maar het vierde. Het is het laatste gebod van Gods standaard, dat pal overeind zal staan en onder druk niet zal bezwijken. Gods ware aanbidders zullen dat niet laten gebeuren. In de kracht van God zullen zij moedig Gods standaard verdedigen, omdat het het enige gebod is dat HEM als Schepper aanwijst – de enige God aan wie mensen aanbidding verschuldigd zijn. Het laatste gebod, tast op zeer directe manier ons bestaansrecht aan – wij zijn geschapen wezens. Hoe zouden wij dàt kunnen verloochenen?
De laatste strijd op aarde, zal gaan om Gods eer, waarvan Hij vaak genoeg verklaard heeft: Ik geef Mijn eer niet aan een ander.