Je winkelwagen is momenteel leeg!
Johannes 17:22 – Opdat zij een zijn?
Dit bericht is ook beschikbaar in: English (Engels)
“Opdat zij een zijn” is DE drijvende tekst van de oecumene. Het is de drijvende kracht van het Rooms Katholieke doel van EEN Wereld Religie, onder Rome.
Het is triest te zien hoe deze tekst tegenwoordig ook in onze Kerk van Zevende-dags Adventisten wordt misbruikt in relatie tot “samen doen met anderen” voorla in Europa, en daardoor keer op keer uit zijn verband wordt gerukt en van zijn kracht wordt beroofd, zodat het juist het tegenovergestelde zegt van wat Jezus bedoelde. We horen zelden nog overdenkingen over de spade regen, gaat uit van haar, Mijn volk of de luide roep, maar in plaats daarvan tuiten onze oren van paaps jargon, zoals eenheid, bruggenbouwer, samen op weg. Doet mij telkens weer afvragen: welke eenheid, welke brug, waar naar toe?
Want wilde Jezus ons zeggen in Johannes 17?
De kerk van Jezus Christus stond op het punt om gevormd te worden, maar eerst zouden de jonge leden door een diep dal gaan. Hun Meester zou op een verschrikkelijk verraderlijke manier van hen worden weggenomen en bij hen zou de vertwijfeling in alle hevigheid toeslaan. Jezus wist dit zeer goed en bad het machtigste gemeentegebed dat wij in het Nieuwe Testament kunnen vinden (HET gemeentegebed van het Oude Testament staat in 2 Kronieken 6, bijna letterlijk geciteerd in Daniel 9!).
Christus bad het gebed dat ieder gemeentebestuur op elke bestuursvergadering zou moeten bidden voor de gemeente, iedere ouderling en predikant dagelijks zou moeten bidden voor hun schapen, in het besef dat zij als gezalfde des Heren in de heilige positie van Gods vertegenwoordigers voor ZIJN volk staan, als dienaars en de minste van de minsten. Zoals Christus gekomen is als dienaar en niet als heerser (Luc 22:26,27).
“Opdat zij een zijn” zijn slechts 4 woorden uit vers 22, dat staat in een afgerond tekstgedeelte van 100 woorden van vers 20 t/m 23 (in NBG51). Al die 100 woorden drukken één gedachte van Christus uit: “Opdat de wereld gelove en erkenne dat Ik van God ben uitgegaan en niet zonder gezonden te zijn geweest deze dingen heb gedaan.”
De nadruk van Christus’ gebed lag dus niet op de manier, maar op het resultaat!
Laten we lezen wat er staat
Wat moet de wereld geloven? Wat moet de wereld erkennen? Wat is de opdracht die Jezus gaf aan Zijn discipelen, Zijn ware volgelingen, ons?
20 En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen, die door hun woord in Mij geloven,
21 opdat zij allen één zijn, gelijk Gij, Vader, in Mij en Ik in U, dat ook zij in Ons zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt.
22 En de heerlijkheid, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, opdat zij één zijn, gelijk Wij één zijn:
23 Ik in hen en Gij in Mij, dat zij volmaakt zijn tot één, opdat de wereld erkenne, dat Gij Mij gezonden hebt, en dat Gij hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij liefgehad hebt.
Opdat de wereld gelove…
Wat moet de wereld geloven? Hoe komt men tot geloof? Jezus zegt in vers 20: “voor dezen, maar ook voor hen (de discipelen), die door hun woord in Mij (gaan) geloven.”
In Romeinen 10:17 staat: “Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus.” De woorden die de discipelen zouden laten horen, “hun woord,” is het evangelie van Jezus Christus. Het goede nieuws van verlossing door de “weg, waarheid en leven,” de enige poort des hemels, de Zoon van God. En niemand anders!
Geen paus, Maria of heiligen.
“Heilig hen in uw waarheid; uw woord is de waarheid” (Joh 17:17, Ps 119:160).
We kunnen geen ander evangelie verkondigen dan dit eeuwig evangelie (Open 14:6) van Jezus Christus. Ieder die iets anders vóór Christus stelt, een ander evangelie verkondigt, is daardoor vervloekt (Gal 1:8,9).
Met andere woorden, de wens van Christus voor eenheid, waar in vers 22 over gesproken wordt, is de wens van een eenheid die komt door het prediken van het ware woord van God, zoals Christus niets anders gedaan heeft dan het prediken van het woord van Zijn Vader (Joh 4:34). “Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u” (Joh 20:21).
Het gemeentegebed van Christus in het gehele hoofdstuk van Johannes 17 is een eenheid. We kunnen niet vier woorden eruit pikken, ze benadrukken in vette tekst en de rest van het hoofdstuk vergeten, want in de rest vinden we juist de essentie van de boodschap.
“Want de woorden, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven en zij hebben ze aangenomen en in waarheid erkend, dat Ik van U ben uitgegaan, en zij hebben geloofd, dat Gij Mij gezonden hebt (Joh 17:8).
Het gebed begint juist met het aangeven van die essentie. We kunnen het zelf lezen en verstaan; we hebben geen theologische of oecumenische uitleg nodig. Het staat voldoende helder beschreven. De eenheid waar Christus het over heeft is DIRECT verbonden aan de verkondiging van de waarheid over Christus.
Wat Jezus hier voor Zijn volgelingen, de discipelen en zij, die door hen tot ware volgelingen van Christus gemaakt zouden worden, bidt, is niets anders dan het voorbeeld dat Hij hen zelf heeft gegeven! Het is geen eenheid van een samenraapsel aan religiën en denkwijzen, omdat zonodig iemand zichzelf als hoofd over hen heeft benoemd. Het is een eenheid uit het geloof in en het erkennen van de waarheid van Christus en God en van verlossing alleen door HEM.
Jezus wist dat het klein en beverig groepje, kracht nodig zou hebben om de komende beproevingen te doorstaan en de tegenwerkingen en verdrukkingen daarna zouden veel moed eisen om de zuivere waarheid te blijven verkondigen; maar aan hun woorden zou kracht verleend worden als ze de bevrijding zouden laten zien, die alleen het evangelie brengt, door saamhorigheid.
Die eenheid, eensluidende saamhorigheid, zal niet komen dan door de kracht van gebed. En daarom begon Jezus met gemeentegebed. En Hij gaf hen het krachtig voorbeeld van een gebed, dat door alle eeuwen heen de test doorstaat! En zijn discipelen hebben dat voorbeeld opgevolgd en zie, wat deze manier van bidden in de 10 dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren teweeg heeft gebracht!
Die eenheid mag dan wel komen door gezamenlijk gebed, maar het is niet blijvend als het niet aangemoedigd wordt door de gezamenlijke inspanningen voor de verkondiging van het evangelie. Alleen wanneer gelovigen er eensgezind op uit gaan, wordt eenheid en saamhorigheid versterkt. De ene steen schraagt de andere en “zo sluit het gehele bouwwerk hecht aaneen, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is. In Hem wast elk bouwwerk, goed ineensluitend, op tot een tempel, heilig in de Here, in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest” (Efeze 2:20-22).
Maar die versterking is gefundeerd op de waarheid, want leugen en twijfel hebben nog nooit Gods eenheid bewerkt. Dus ja, we willen eenheid met elkaar, maar niet zonder waarheid!
In de wereld heerst een zekere mate van eenheid, maar die eenheid is gebaseerd op een ander fundament – de roekeloze afwijzing van God en Zijn aanspraken over hen: “God is dood en ik ben god in mijzelf.”
Of de opschepperige valse godsdienstige ontkenning van de verlossing door Christus door Maria’s, heiligen en pausen naar voren te schuiven.
Nee, de enige ware, zichtbare eenheid, die het bevrijdende geloof brengt in de harten van de hoorders van het woord, is de eenheid van gelovigen die blijven in Christus, zoals Christus blijft in God. Dit is de essentie van het hele gebed van Christus in Johannes 17.
Opdat de wereld erkenne …
Wat moet de wereld erkennen? Wat is het verband tussen het eeuwig leven en het kennen van de Zoon? Jezus begon Zijn gemeentegebed voor eenheid door uit te leggen hoe het kennen van Hem verbonden is met onze eeuwig hoop: “dit nu is het eeuwig elven dat zij U kennen Vader, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt” (Joh 17:3). Theologische of oecumenische uitleg is niet nodig. Het staat er duidelijk genoeg! Wat is het dan wat we moeten weten?
“Verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijkt..” “En Ik heb hun de heerlijkheid [grootheid] gegeven die U Mij gegeven hebt..” “dat U Mij gezonden hebt en hen liefgehad hebt, zoals U Mij hebt liefgehad.” (Joh 17:1, 22,23, ik voeg toe).
Wiens kracht? “Gelijk Gij Hem macht gegeven hebt over alle vlees, om aan al wat Gij Hem gegeven hebt, eeuwig leven te schenken” (Joh 17:2). Geen paus of heilige verkondigt ons de eeuwigheid. Alleen Jezus!
Wiens heerlijkheid? God heeft Christus groot gemaakt en Christus heeft God groot gemaakt voor het oog van de werelden en Christus heeft God groot gemaakt voor het oog van de werelden.
Hoe? God heeft Christus aangesteld als de Enige door wie wij eeuwig leven zouden hebben. Meer nog Christus heeft God groot gemaakt, Zijn naam geopenbaard, door het werk te doen wat Hij Hem te doen gegeven heeft (zie vs 4,6).
Wat is Gods naam?Gods naam is wat Hij doet: Schepper, Verlosser, Eeuwige Vader, Immanuel en nog veel meer.
Gods naam is wie Hij is, IK BEN, Zijn karakter: “liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing” en “barmhartig en genadig, lankmoedig, groot van goedertierenheid en trouw …, die ongerechtigheid, overtreding en zonde vergeeft” (Gal 5:22; Ex 34:6). En Zijn karakter is Zijn heerlijkheid en Zijn grootheid (Ex. 33:18). Vele pausen zijn gekomen en gegaan. God is ALTIJD IK BEN!
We zien dat de tegenmacht en drijvende kracht achter de oecumene, juist deze daden en eigenschappen van de Grote Almachtige Ik BEN, met grote opschepperij en godslastering voor zichzelf opeist. En maar een handje vol mensen schijnen gealarmeerd te zijn.
Jezus bidt in het korte stukje, dat wij in deze overdenking beschouwen, dat de wereld tot de erkenning gebracht wordt dat Gods kinderen “volmaakt zijn tot een…”
Wat Jezus met volmaakt bedoelde, had Hij drie-en-een-half jaar eerder duidelijk in Zijn onderwijzing aan hen uiteengezet: “Gij dan zult volmaakt zijn, gelijk uw hemelse Vader volmaakt is” (Mat 5:48).
Hij had hen de spiegel voorgehouden van de juiste christelijke houding – Engels: Be Attitude –hoe de houding van de ware Christen in de wereld moet zijn, terwijl hij niet van de wereld is: (zie Mat 5:1-16). In die spiegel zagen zij telkens weer: “Gij hebt gehoord …, maar Ik zeg u….” (Mat 5:17-47).
Met deze prediking over volmaaktheid kunnen we de plank nooit misslaan, want het is een uiterst praktische prediking! Zo een christelijke houding – be attitude – maakt de prediking van de 3-engelen boodschap uiterst praktisch en relevant, zonder aansluiting te hoeven zoeken bij een godlasterlijke beweging!
De boodschap van Christus is: “Gij hebt gehoord dat de wereld streeft naar een eenheid in onwaarheid, maar Ik zeg u …. sluit u niet bij hen aan, maar wees volmaakt in de leer, die u van Mij gehoord hebt, die Ik van mijn Vader ontvangen heb en verkondig die leer aan anderen, opdat zij horen. Zoals ik door Hem gezonden ben, zo zend Ik u. Daardoor zal de wereld geloven en erkennen dat Ik van God gezonden ben en dat Hij van u en hen houdt, zoals Hij Mij heeft liefgehad.”
Met andere woorden, door zulk een standvastige houding van Gods kinderen, wordt Gods gemeente hecht aaneengesmeed tot een eenheid in saamhorigheid, eensluidendheid en bereidwilligheid en hun boodschap zal luid klinken en door de wereld gehoord worden en de wereld zal geloven dat Christus inderdaad door God gezonden is tot redding van zielen, en de wereld zal erkennen dat God inderdaad groot is van naam en daad en dat Zijn volk volmaakt is in de waarheid van Zijn woord.
De eenheid waar Jezus het over heeft in Johannes 17:20-23 is de eenheid van de
(1) Waarheid van het evangelie van Jezus Christus;
(2) Heerlijkheid, de grootheid van God en
(3) Volmaaktheid, die God ons geeft; die God in Zijn gemeente teweegbrengt door de versdiensten van Jezus Christus.
DIT is de enige eenheid, die uit God is; en … “al wat uit God is overwint de wereld (1 Joh 5:4).
Dit is pertinent niet de eenheid die de oecumenische gedachte ons wil opleggen (zoals het lijkt met groot succes bij de Protestantse wereld). Laat niemand u voor de gek houden, al komt hij met nog zoveel welbespraaktheid!
Gods gemeente, de gemeente die Christus voor ogen had toen Hij dit machtig gebed bad, is een gemeente die in eenheid, grootheid en volmaaktheid een voorbeeld voor de wereld is tot redding! Mensen zullen naar die gemeente wijzen als de brenger van de boodschap tot geloof en erkenning dat God Christus, èn hen, gezonden heeft.
Het gebed van Christus tot Zijn Vader is: Zoals U Mij gezonden hebt, om Uw eenheid, grootheid en volmaaktheid te verkondigen en tot in de kleinste heilige details te openbaren, alstublieft Vader, zend Gij ook hen, Vader, opdat de wereld moge horen, geloven en erkennen.
De Oecumenische eenheid
Het doel van de oecumene kan niemand, die eerlijk en recht van zin is, zijn ontgaan:
“De oecumenische beweging beweegt niet zomaar. Het is een beweging op weg naar een doel. De Wereldraad van Kerken noemt als doel van de oecumenische beweging op de eerste plaats de zichtbare eenheid. En die eenheid moet uiteindelijk in drie elementen zichtbaar worden: doop, eucharistie en ambt. Alle in de Wereldraad bij de oecumenische beweging betrokken kerken hebben zich ertoe verplicht hun eenheid in deze elementen zichtbaar te maken” (RK Bisschop A.H.C.van Eijk, 20 oktober 2005).
“Het uiteindelijk doel van de oecumene, zoals Katholieken het zien, is eenheid in geloof en aanbidding en de erkenning van de hoogste autoriteit van de Bisschop van Rome” (priester J. Cornell).
“Het is Gods wil dat wij ook deelhebben aan de realiteit van eenheid: “opdat zij één zijn, gelijk Wij één zijn” (Joh 17:22). De Kerk is een teken en het instrument van deze eenheid” (Paus Benedictus XVI, Encycliek Caritas et Veritate, 7 juli 2009).
“… laten we tot de Heer bidden dat Hij ons allen verenigt. Kom op, we zijn broeders. Laten we elkaar een geestelijke omhelzing geven en laat God het werk dat Hij begonnen is, afmaken. En dit is een wonder; het wonder van eenheid is begonnen” (Videotoespraak van Paus Franciscus op de Evangelische Conventie van Kenneth Copeland, 24 februari 2014).
Zie echter hoe de Heer de koning van Juda terechtwijst omdat die de koning van Israel zijn broeder noemde! (2 Kronieken 19:2).)
“Toen mijn vrouw inzag dat zij Katholiek kon zijn, en charismatisch, en evangelisch, en van de Pinksterzending, en dat het volkomen aanvaardbaar is voor de Katholieke Kerk, zei ze dat ze haar vroegere banden met de Katholieke cultuur zou aanhalen. En dat deed ze. Broeders en zusters, Luthers protest is over. De uwe ook?” (Toespraak van de Anglicaanse Episcopaalse bisschop Tony Palmer, tot uitzinnige volgelingen op de Evangelische Conventie van Kenneth Copeland, 24 februari 2014. De Paus noemde hem zijn vriend. Nadruk toegevoegd).
Neen, Protestanten protesteren niet meer. Luther wordt verklaard een leugenaar te zijn geweest. Wij Zevende-dags Adventisten hadden voorkennis dat dit zou gebeuren.
Reeds in 1888 heeft E.G. White ons in de naam van Heer voorzegd:
“De protestanten staan tegenwoordig veel positiever tegenover het rooms-katholicisme dan vroeger. In de landen waar de rooms-katholieken niet in de meerderheid zijn en de aanhangers van de paus een verzoenende houding aannemen om hun invloedssfeer uit te breiden heerst een groeiende onverschilligheid tegenover de leerstellingen die de protestantse kerken scheiden van het pausdom. Hoe langer hoe meer mensen vinden dat wij op de belangrijke punten toch niet zó veel van elkaar verschillen als men wel denkt en dat een beetje toegeeflijkheid van onze kant zal bijdragen tot een betere verstandhouding met Rome…
De verdedigers van het pausdom beweren dat men de rooms-katholieke kerk onrechtvaardig heeft behandeld en de protestanten zijn geneigd deze voorstelling van zaken over te nemen….
Maar het rooms-katholieke systeem is tegenwoordig niet méér in harmonie met het evangelie van Christus dan in welke vroegere periode van zijn geschiedenis ook. De protestantse kerken verkeren in grote duisternis, want anders zouden ze de tekenen der tijden wel onderscheiden. De rooms-katholieke kerk heeft grootse plannen en bestrijkt een zeer groot gebied. Ze gebruikt elk middel om haar invloedssfeer en haar macht te vergroten voor de zware strijd om weer de wereldheerschappij te krijgen, opnieuw tot vervolgingen over te gaan en om alles wat het protestantisme tot stand heeft gebracht te vernietigen. Het rooms-katholicisme wint overal terrein….
De rooms-katholieke kerk wil zich nu van haar beste kant laten kennen en probeert al de gruwelijke wreedheden die zij in het verleden heeft bedreven goed te praten. Uiterlijk heeft ze het kleed van Christus aangedaan, maar innerlijk is ze niet veranderd….
In protestantse landen wordt terecht beweerd dat er niet meer zo’n groot verschil is tussen het protestantisme en het rooms-katholicisme, zoals vroeger wel het geval was. Er heeft zich een verandering voorgedaan, maar niet in het pausdom. Het rooms-katholicisme lijkt inderdaad veel op het moderne protestantisme omdat het protestantisme sinds de tijd van de hervormers zo verschrikkelijk verwaterd is….
De protestantse kerken willen op goede voet staan met de wereld. Daarom zijn ze verblind door een valse liefde. Zij willen niet inzien dat het niet juist is als men gelooft dat alle kwaad goed is…
De rooms-katholieke kerk vormt met al haar vertakkingen over de wereld één grote organisatie onder leiding van „de Heilige Stoel” en moet de belangen van de „Stoel van Petrus” dienen….
Gods Woord heeft ons gewaarschuwd voor het dreigende gevaar. Als de protestanten niet willen luisteren zullen ze Rome’s doelstellingen pas ontdekken wanneer het al te laat is om aan de valstrik te ontkomen. Ongemerkt groeit de macht van Rome. Haar leerstellingen oefenen hun invloed uit in parlementen, in kerken en in de harten van de mensen. Overal trekt ze haar hoge, kolossale gebouwen op, waarin in alle stilte de vervolgingen van het verleden zullen worden herhaald. Ze gaat voorzichtig en in het geheim te werk om haar positie te verstevigen zodat ze haar eigen doelstellingen kan verwezenlijken wanneer de tijd gekomen is om toe te slaan. Ze wenst een zo gunstig mogelijke positie te verwerven en die wordt haar al gegeven. Het zal niet lang meer duren of wij zullen merken wat de opzet van Rome is…” (Grote Strijd, Hoofdstuk 35, Gewetensvrijheid bedreigd, eerste druk 1888).
Hoe heeft het kunnen gebeuren?
De RKK komt uit de kast. En de tijd is gekomen dat ze moedig haar aanspraken kenbaar maakt. De Protestantse wereld is compleet in verwarring. Wij Zevende-dags Adventisten zagen het aankomen en hebben – bijna – niets gezegd. Zijn wij in meerderheid ook in verwarring?
Hoe heeft het kunnen gebeuren dat de Generale Conferentie van de Zevende-dags Adventisten het in haar hoofd gehaald heeft zich in 1965 aan te sluiten bij de Wereldraad van Kerken, zelfs al was het als “toehoorder” met of zonder beperkte stemrechten? Wat zijn we daar gaan horen? Dingen die wij niet al wisten?
Hoe heeft het kunnen gebeuren dat de Unie van Zevende-dags Adventisten in Nederland in 2002 de Charta Oecumenica heeft ondertekend, over de hoofden van het geloofsvolk heen? In dat handvest wordt de God des Hemels op 12 punten gesmaad, ook al komt het nog zo op ons af als een onschuldig pleidooi voor sociale gerechtigheid, gestoeld op christelijke ethiek.
Hoe heeft het kunnen gebeuren dat wij ons met die handtekening ertoe hebben verplicht ònze verkondiging te temperen, waardoor juist de noodzakelijke bemoediging voor eenheid en saamhorigheid van onder ons wordt weggeslagen en waarheid verandert in leugen?
Hoe heeft het kunnen gebeuren dat we met die handtekening hebben ingestemd met de onwaarheidgedachte van een systeem dat God in elk dogma smaadt, met een mond vol grootspraak en godslastering zich op de troon zet en zich laat aanbidden als een god (2Tess 2:3,4)?
Het is een systeem dat een andere middelaar naar voren schuift – Maria: mens voor mensen -, dat het zondoffer van Christus krachteloos maakt, omdat het pretendeert zelf zonden te vergeven; dat de autoriteit van God teniet doet, door een eigen rustdag naar voren te schuiven en daarbij nog durft te beweren: “het is het teken van mijn autoriteit in godsdienstzaken en teken van de schepping?”
Hoe heeft het kunnen gebeuren dat wij de oecumenische Week van Gebed vieren? Waarvoor bidden we dan, in wiens naam en tot wie? “Niet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here….” (Mat 7:21).
Opdat de wereld hore ….
Welk evangelie verkondigen wij? Het duidelijke, eeuwig evangelie van Openbaring 14:6-12 en Openbaring 18 wordt bijna niet meer gehoord. Hier in Nederland zelfs zelden. We hebben onszelf opgesloten in het prediken van de eerste engelboodschap; de tweede, derde en vierde zijn te beschamend geworden. Door de ondertekening van de Charta hebben we onszelf ertoe verplicht onze evangelisatie-inspanningen met andere kerken te bespreken en verschillen niet meer te benadrukken, want dat wordt gezien als valse concurrentie (bron: Charta Oecumenica, Artikel 2: Samen het evangelie verkondigen). Zal onze verkondiging tot redding van zielen zijn, of tot het toevoegen van aantallen? Zullen de mensen horen, geloven en erkennen, of verwordt het tot een smaakloze hap van dezelfde lauwwarme kost?
Alstublieft, denk nog eens na!
Geloven in en erkennen van niet is voor de eer van welke Kerk dan ook; het verkondigen van de waarheid leidt tot geloof in God en erkennen van Zijn heerlijkheid en grootheid, Zijn aanspraken over ons. Door onze inspanningen kunnen we God groot maken of kunnen we Hem klein maken. Wat zal ons doel zijn?
Zonder de verkondiging van de waarheid van Jezus Christus, is het eenheidsstreven een holle klank, een postmoderne verwarrende toren van Babel; een beeld van Tamuz in de tempel. (Ezech 8:14). De oecumenische eenheid is een streven dat niets zegt over deze vier woorden uit Johannes 17:22 – opdat zij een zijn -, en het is een streven dat Gods grote naam, die wij zeggen te dragen, grote oneer aandoet.
Is dat de dienst die wij Hem willen bewijzen voor het voorrecht en het inzicht dat Hij Zijn laatste Gemeente gegeven heeft om Zijn laatste waarschuwingsboodschappen met kracht te verkondigen?
Voor het hedendaagse volk van God geldt evenzeer de waarschuwing als voor Gods volk in de donkere dagen van de eerste gemeente en de Reformatie: “Wie overwint, hem zal Ik geven te eten van de boom des levens, die in het paradijs Gods is. … Bedenk dan, hoe gij het ontvangen en gehoord hebt, en bewaar het en bekeer u!” (Open. 2:7 en 3:3).
“Wanneer het Protestantisme de hand over de kloof uitstrekt om de hand van de Roomse macht te grijpen, wanneer ze over de afgrond reikt en de handen ineen slaat met het spiritisme, wanneer, onder de invloed van deze drievoudige eenheid, ons land [Amerika] elk principe van haar Grondwet als een Protestantse en republikeinse regeringsvorm zal verwerpen en maatregelen zal treffen voor de verkondiging van de pauselijke leugens en misleidingen, dan mogen we weten dat de tijd gekomen is voor de wonderlijke werkingen van Satan en dat het einde nabij is.” –Testimonies, vol 5, p. 451 (1885)
Laten wij, met groot respect voor de vele oprechte, maar onwetende en misleide Rooms Katholieke en Protestantse kinderen van God, de trompetten van de tweede, derde en vierde engel een vaste toon geven – “Babylon is gevallen…, Drink niet van haar wijn …. Gaat uit van haar, Mijn volk!” (Openb 14:8,10; 18:4), want de HEER der heren komt! Wees voorbereid!
IA Wijngaarde, 14 feb. 2010. Gereviseerd: 26 feb. 2014