HomeKerkzakenToespraak van Robert Pierson tot de Generale Conferentie

Toespraak van Robert Pierson tot de Generale Conferentie

Dit bericht is ook beschikbaar in: English (Engels)

“Dit zal de laatste keer zijn dat ik in mijn rol als president voor de wereldleiders van mijn kerkgenootschap sta, uw kerk, onze kerk en ik heb een paar woorden die ik u wil nalaten.

Ik heb mijn gedachten genomen uit een stuk dat broeder en zuster Ralph Neall hebben geschreven over hoe een sekte zich ontwikkelt in een kerk. Zij schrijven dat een sekte vaak begint met een charismatische leider, die grote ijver en toewijding bezit en dat de beweging ontstaat als protest tegen wereldgezindheid en vormendienst in een gevestigde kerk. De beweging wordt gewoonlijk omarmd door de armen. De rijken zouden namelijk teveel verliezen door zich aan te sluiten, omdat het in het algemeen impopulair, veracht en vervolgd wordt door de gemeenschap. De groep houdt zich streng aan specifiek gedefinieerde geloofspunten, onderschreven door gedreven leden. Elk lid maakt een persoonlijk besluit om zich aan te sluiten en weet waarin hij gelooft. Er is weinig organisatie en bezit en er zijn weinig gebouwen. De groep heeft strikte standaarden en handhaaft gedragsregels. Predikers, vaak zonder opleiding, komen op doordat zij zich innerlijke geroepen voelen. Er is weinig zorg voor het onderhouden van relaties met de omgeving.

Daarna vindt een overgang plaats naar de volgende generatie. Door groei ontstaat de behoefte aan organisatie en gebouwen. Als resultaat van werk en ijver, worden leden welgesteld. Als de rijkdom toeneemt, neemt de vervolging van de groep af. Kinderen die geboren worden in de beweging hoeven geen persoonlijke beslissing te maken om erbij te horen. Zij hoeven niet noodzakelijkerwijs te weten waarin ze geloven. Zij hoeven hun positie niet keer op keer te verdedigen. Deze zijn voor hen uitgewerkt. Predikers worden eerder geselecteerd en opgeleid door oudere werkers , dan dat ze zich geroepen weten.

In de derde fase ontwikkelt de organisatie zich verder en worden er instituten opgericht. De nood wordt gezien voor scholen om het geloof van de vaders door te geven. Hogescholen worden opgericht. Leden moeten worden vermaand om zich aan de standaarden te houden, terwijl tegelijkertijd de eisen voor het lidmaatschap worden verlaagd. De groep wordt laks over het ontnemen van het lidmaatschap aan niet-praktiserende leden. De ijver voor missie raakt bekoeld. Er is meer zorg voor de relatie met de omgeving. Leiders bestuderen methoden om reclame te maken voor hun geloof en gaan soms zelfs zo ver dat zij beloningen geven als motivatie van de leden om dienstbaar te zijn. Jongeren vragen zich af waarom zij anders zouden moeten zijn dan anderen en trouwen met partners die niet hetzelfde geloven als zij.

In de vierde generatie gaat er veel automatisch. Het aantal administrateurs neemt toe terwijl het aantal werkers aan de basis in verhouding afneemt. Grote kerkconferenties worden gehouden om kerkleerstellingen te definiëren. Meer scholen, universiteiten en seminaries worden opgericht. Deze zoeken de erkenning van de wereld en worden steeds meer werelds. Er is een heroverweging van positie en een modernisering van methoden. Veel aandacht wordt gegeven aan moderne cultuur, met zorg voor kunst, architectuur, literatuur. De beweging gaat op zoek naar “relevantie” voor de moderne samenleving door betrokken te raken bij populaire doelen. Diensten worden een vast ritueel. De groep verheugd zich in de volledige aanvaarding door de wereld. Zie daar, de sekte is een kerk geworden!

Broeders en zusters, dit moet nooit gebeuren met het Kerkgenootschap der Zevende-dags adventisten! Dit zal niet gebeuren met het Kerkgenootschap der Zevende-dags Adventisten. Dit is niet zomaar een kerk – dit is Gods kerk!

Maar u bent de mannen en de vrouwen die in dit heiligdom bij elkaar zitten van morgen en op u rekent God opdat dit niet gebeurt.

Reeds, broeders en zusters, zijn er subtiele krachten aan het werk. Jammer genoeg zijn er mensen in de kerk die de inspiratie van de Bijbel in twijfel trekken, die de eerste 11 hoofdstukken van Genesis belachelijk maken, die vraagtekens zetten bij de korte chronologie van de aarde in Geest der Profetie en die subtiel en niet zo subtiel de Geest der Profetie aanvallen. Er zijn sommigen die wijzen op e hervormers en de moderne theologen als ene bron en de norm voor de leer van de Zevende-dags Adventisten. Er zijn sommigen die voorgeven moe te zijn van de ouderwetse Adventistische gezegden. Er zijn sommigen die de standaarden van onze geliefde kerk wensen te vergeten. Er zijn sommigen die begeren naar en flirten met de evangelische kerken. Het zijn zij, die de mantel van een speciaal volk willen afrukken en zij, die de weg willen gaan van de seculiere, materialistische wereld.

Collega leiders, geliefde broeders en zusters – laat dit niet gebeuren! Ik smeek u uit de grond van mijn hart, met alles wat in mij is – laat dit niet gebeuren! Ik smeek Andrews Universiteit, het Seminarie op Loma Linda Universiteit – laat dit niet gebeuren!
We zijn geen Zevende-dags Anglicanen, geen Zevende-dags Lutheranen – wij zijn Zevende-dags Adventisten! Dit is Gods laatste gemeente met Gods laatste boodschap voor de wereld.

U bent de mannen en vrouwen, de leiders, op wie God rekent om het Kerkgenootschap der Zevende-dags Adventisten te bewaren als Gods overblijvende kerk, de kerk die God heeft voorbestemd te zegevieren!

De dienstknecht der Heren zegt: “Angstwekkende gevaren bedreigen hen die verantwoordelijkheden dragen in het werk van de Heer – gevaren die, als ik eraan denk mij doen beven.” (Selected Messages, Volume 2, p. 391). En in Ezechiël 22:30 lezen we: “Ik heb onder hen gezocht naar iemand, die een muur zou kunnen optrekken en voor mijn aangezicht op de bres zou kunnen staan ten behoeve van het land, zodat Ik het niet zou verwoesten.”

Ik geloof vanmorgen, collega leiders, dat God op zoek is naar mannen en vrouwen, onverschrokken leiders, mannen en vrouwen die meer van Gods kerk en Gods waarheid houden dan van hun leven, die zich ervoor inzetten dat deze kerk onder Gods leiding doorgaat naar het koninkrijk. De taak die voor ons ligt zal geen gemakkelijke zijn. Als ik de Bijbel en de Geest der Profetie vanmorgen goed begrijp dan wacht ons een tijd van verdrukking, een tijd van strijd die de kerk en deze wereld nog nimmer hebben meegemaakt.

De dienstknecht des Heren vertelt ons: “De vijand der zielen heeft gezocht de gedachten in te brengen dat een groot hervormingswerk gedaan moet worden onder de Zevende-dags Adventisten en dat dit hervormingswerk zou bestaan uit het opgeven van de leerstellingen die als de pilaren van ons geloof staan en hij zal een proces van reorganisatie in gang zetten. Wat zou het resultaat zijn als deze reorganisatie plaatsvindt? De principes der waarheid die God in Zijn wijsheid heeft gegeven aan de overblijvende kerk, zouden weggedaan worden. Onze godsdienst zou veranderen. De fundamentele principes, die het werk de laatste 50 jaren hebben ondersteund, zullen als verkeerd bestempeld worden. Een nieuwe organisatie zal worden gevestigd. Een nieuwe orde van boeken zouden worden geschreven. Een systeem van intellectuele filosofie zou worden geïntroduceerd. De grondleggers hiervan zouden gaan naar de steden en daar een wonderlijk werk doen. Natuurlijk zou de sabbat niet bijzonder meer zijn, evenals de God die het schiep. Niets zou toegestaan worden om de weg van de nieuwe beweging te hinderen. De leiders zouden leren dat deugd beter is dan kwaad, maar omdat God uit het zicht is verdwenen, zullen zij zich afhankelijk stellen van menselijke macht, welke zonder God, waardeloos is.” (Selected Messages, volume 1, pp. 204, 205)

Het Kerkgenootschap der Zevende-dags Adventisten heeft haar alfa jaren geleden al beleefd. U en ik zijn de leiders, die voor de omega zullen moeten staan, die van dezelfde subtiele duivelse oorsprong zal zijn. Het effect zal verwoestender zijn dan de alfa. Broeders, ik smeek u, studeer, weet wat u te wachten staat, en met Gods hulp, bereid het volk voor wat hen te wachten staat!

“God roept om mannen die voorbereid zijn op de noodtoestand, mannen die in een crisis niet gevonden zullen worden, staande aan de verkeerde kant.” (Review and Herald, November 5, 1903)

“We gaan met rassenschreden naar het laatste conflict en dit is geen tijd van compromissen. Het is geen tijd om van kleur te verschieten. Laat niemand, wanneer de strijd hevig wordt, een verrader worden. Het is geen tijd om onze wapens neer te leggen of te verbergen en Satan het voordeel te geven in de strijd.” (Review and Herald, December 6, 1892)

En nu roep ik uw aandacht naar het visioen van de dienstknecht van de Heer, waarin ze een schip zag die op een ijsberg afstevende. Ze zegt: “Daar, hoog uittorend boven het schip, was een gigantische ijsberg. Een stem met autoriteit riep uit: “Ga het tegemoet!” Er was geen moment van aarzeling. Het was tijd om in actie te komen. De bootsman zette vol stoom en de man aan het stuurwiel stuurde het schip recht op de ijsberg af. Met een klap sloeg het schip op de ijsberg. Er was een angstwekkende schok en de ijsberg brak in ontelbare stukken, die met veel geraas op het dek vielen. De passagiers werden heen en weer geschud door de kracht van de aanvaring, maar er gingen geen levens verloren. Het schip was beschadigd, maar kon gerepareerd worden. Ze stuiterde terug van de botsing, bevend van boeg naar boeg als een levend wezen. Daarna ging ze verder op haar weg.
Ik kende de betekenis van dit beeld zeer goed. Ik had mijn orders ontvangen. Ik had de woorden gehoord, als de stem van onze Kapitein: “Ga het tegemoet!”Ik wist wat mijn plicht was en dat er geen moment te verliezen was. De tijd om beslist in actie te komen, was gekomen. Ik moet zonder dralen de oproep te gehoorzamen: Ga het tegemoet!” (Selected Messages, volume 1, pp. 205, 206)

Medeleiders van onze kerk, het kan zijn dat over niet al te lange tijd u het tegemoet zal moeten treden. Ik bid dat God u genade en moed en wijsheid zal geven.

Ten slotte, “Wat een wonderbare gedachte is het dat de grote strijd op het eind loopt! In het afsluitende werk zullen we met gevaren geconfronteerd worden, waarvan we niet zullen weten hoe ermee om te gaan. Maar laten we niet vergeten dat de drie grote machten van de hemel aan het werk zijn, dat een goddelijke hand aan het stuur is en dat God Zijn doel zal bereiken. Hij zal Zich uit de wereld een volk vergaderen, dat Hem zal dienen in gerechtigheid.” (Selected Messages, volume 2, p. 391)

Wat een wonderlijke zekerheid hebben we vanmorgen, broeders en zusters, dat u en ik in Gods werk staan. Dit werk is niet afhankelijk van een mens; het is afhankelijk van onze relatie met Hem. Er is maar een manier voor ons om de toekomst tegemoet te gaan en dat is aan de voet van het kruis. Een kerk met het oog gericht op de Man van Golgotha zal nooit in afvalligheid wandelen.
Dank u, broeders en zusters, dat u mij de gelegenheid hebt gegeven om u te dienen in de afgelopen 45 jaar en mag God een ieder van u rijkelijk zegenen.”


0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er
guest

0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
0
Zou graag je gedachten willen weten, laat een reactie achter.x